Bejaard door de wasstraat
Over dertig jaar worden bejaarden gewassen door een geautomatiseerde wasstraat.
Draagt vooruitgang bij aan onze bereidheid te veranderen?“Kijk, oom Peter, mijn nieuwe app laat zien hoe ik heb geslapen”, zegt mijn nicht en toont een staafdiagram van haar nacht op de telefoon. Ik knipper even met mijn ogen en vraag: “Hoe weet je telefoon nou hoe je nacht was?” “Die luistert naar geluid”, is het antwoord. De Apple watch van de zus van mijn moeder geeft ook aan of ze een goede nachtrust had. Ik voel dat nog op klassieke wijze. Het gemak of de moeite waarmee ik opsta. Of mijn hoofd fris is, er een latente hoofdpijn voelbaar is of zelfs een duidelijke drumbeat, voor mij een signaal paracetamol te nemen. Ik heb het niet zo op die gezondheid-apps.
Over een jaartje of vijfentwintig à dertig zou ik wel eens in een verpleeghuis kunnen verblijven – bij leven en welzijn. Ik denk dat de bewoners gewassen worden in een geautomatiseerde wasstraat. Als ik dat vertel, zie ik de afschuw in de ogen van gesprekspartners. Zijn we dan zover afgezakt, is de respons. Vijf jaar geleden dacht ik dat ook. Maar ik ben gaan wennen aan het idee. Zoals ik mij nu ook niet meer stoor aan windmolens. Die ik tien jaar geleden als de ultieme horizonvervuiling bekeek. Sterker nog: ik krijg een positief gevoel bij windmolens.
Hoe is ons gevoel bij vooruitgang en hoe draagt dat bij aan veranderbereidheid? De Amerikaanse uitvinder Raymond Kurzweil zegt dat technologie zowel onze creatieve als destructieve natuur voedt. Door technologie worden we ouder. Wetenschappers zoeken naar wegen dat we 120 kunnen worden. De kinderen die nu worden geboren, kunnen de 100 jaar halen. Kurzweil denkt dat de hoogste maatschappelijke prioriteit in onze eeuw is om ‘ervoor te zorgen dat we destructief misbruik van technologie altijd een of meer stappen vooruit moeten blijven’. Pogingen om technologische vooruitgang te stuiten leiden af van de taak om vooruitgang te creëren, is zijn opvatting. Ontwerpers van technologie moeten reflecteren op de maatschappelijke impact van hun ontwerpen, meent Peter Paul Verbeek die de relatie tussen mens en technologie onderzoekt. We moeten niet ‘ja’ of ‘nee’ zeggen tegen nieuwe technologie, want op het moment dat de technologie er is, hebben ze de wereld al veranderd en moeten we er wat mee.
Slimmere machines en robots veranderen ons leven. De geschiedenis laat zien dat de implementatie van algemeen nut technologieën (zoals electriciteit of ict) veel tijd kost en met politieke en sociale strijd gepaard gaat. Technologie roept ethische vragen op. Wie is verantwoordelijk als een zelfrijdende auto een dodelijk ongeluk veroorzaakt? Is het moreel verantwoord om kwetsbare ouderen te wassen in een geautomatiseerde wasstraat? Vaak worden deze vragen pas gesteld als een techniek al ontworpen is? De overheid zou kaders moeten creëren om waardenbewust ontwerpen mogelijk te maken. In een geautomatiseerde wasstraat voor ouderen zijn geen verzorgers nodig. Wat mij mild stemt is de gedachte dat die verzorgers zich wat mij betreft beter kunnen richten op echte aandacht, op échte gesprekken. Die worden door de bank genomen niet gevoerd tijdens het insoppen en afsproeien.
Meer lezen?
Op de vleugels van Icarus: hoe techniek en moraal met elkaar meebewegen, Peter Paul Verbeek, 2014.
Valt vooruitgang nog te stuiten?, Ray Kurzweil, uit: The Transhumanist Reader, 2013.
Robots nemen niet zomaar onze banen over. Robert Went, Idee 3, jaargang 37.
Waardenbewust ontwerpen. Ibo van der Poel, Idee 3, jaargang 37.