Geef je een interview? Zo zorg je voor vaste grond onder de voeten.
Vasthouden aan je kernboodschap, het klinkt zo simpel. Praten over wat je hebt voorbereid, lijkt niet zo moeilijk. Wat vaak goed werkt, is om het interview te visualiseren. Beschouw je kernboodschap als de ‘vaste grond onder je voeten’.
De journalist wil vaak horen wat jij niet wil of kan zeggen.Je herkent het vast wel; je bent op het strand, de zon schijnt, heerlijk temperatuurtje, geluiden van de branding en spelende kinderen. Er staat een stevig windje, dat wel. Er wappert een gele vlag. Wat betekent dat? Een gele vlag betekent dat je wel mag zwemmen, maar dat het best gevaarlijk is. Er staat een sterke stroming en er is gevaar dat je afdrijft en niet meer terug komt naar de kust. Wat doe je? Het is warm, het water lonkt en iemand roept: “Kom erin, het is heerlijk!” Wat doe je dan?
Zo is het ook met woordvoeren. Want vasthouden aan je kernboodschap, het klinkt zo simpel. Praten over wat je hebt voorbereid, lijkt niet zo moeilijk. Maar ja, soms weid je wat verder uit dan je van plan was. Je zit er immers best lekker in en de journalist is ook wel oké. Je ontspant. En voor je het weet, dwaal je af. En voel je geen zand meer tussen je tenen, maar sta je tot je knieën in het water. En de journalist vindt het nog interessant ook, want hij vraagt door over wat je net zei. Leuke vraag, denk je nog, daar weet ik wel een antwoord op. En voor je het weet, gaat het gesprek niet meer over wat je had voorbereid. Je bent van het strand het water in gegaan en dat geeft niks, want je bent een geoefend zwemmer, toch? Tot je probeert terug te komen naar het strand. Best sterk, die stroming… Misschien was het toch verstandig geweest om op het strand te blijven. Nu moet je een flinke inspanning leveren om weer vaste grond onder de voeten te krijgen.
Hoe pak je dat aan?
Wat vaak goed werkt, is om het interview te visualiseren. Beschouw je kernboodschap als de ‘vaste grond onder je voeten’: het strand waar je niet vanaf wil. Hoe hard de journalist ook zijn of haar best doet om je het water in te krijgen. De journalist wil vaak horen wat jij niet wil of kan zeggen. Want daar zit het nieuws, daar zit het ongeduld, de onzekerheid, de emotie. En jij wil juist vaste grond onder je voeten houden.
Voorbereiding is alles
Tot zo ver de metafoor van het eiland en het strand. Want hij gaat natuurlijk niet voor 100% op. Op het strand heb je de kustwacht die waakt over de badgasten. En bij een interview - zeker als het live is – sta je er toch alleen voor. Voorbereiding is dus cruciaal: wie is mijn doelgroep, wie is de journalist, is het live of niet. En dan komt het belangrijkste, bepaal je wat jouw vaste grond is: je kernboodschap. Vervolgens bedenk je welke vragen je liever niet krijgt. Want dat zijn de vragen waarmee de journalisten je het water in trekken. Daarna ga je oefenen. Door het te doen, te leren en te verbeteren. En nog eens en nog eens. Tijdens een mediatraining kun je experimenteren: valkuilen verkennen en leren vermijden. Kortom, hoe beter je je voorbereidt op wat komen gaat, des te groter de kans dat je droge voeten houdt. Want als het zo ver is, moet het kloppen. Anders is de kans groot dat je kopje onder gaat.